Dr. Philips Christiaan (Philip) Visser was Nederlands laatste ontdekkingsreiziger en bekendste bergsporter in de periode voor de Tweede Wereldoorlog. Hij volgde, samen met zijn echtgenote jkvr. Jenny Hooft, zijn passie, verkocht het familiebedrijf en trok naar Midden-Azië. Visser leidde tussen 1922 en 1935 vier succesvolle expedities naar de Karakoram. Vervolgens maakte Visser carrière in de diplomatieke dienst onder meer als gezant in Turkije en Zuid-Afrika en ambassadeur in de Sovjet-Unie.
Als diplomaat in Turkije trof Visser zijn omstreden Duitse collega de ambassadeur Franz von Papen. In 1938 kwamen zij beide aan in Turkije en leerden elkaar kennen. In 1939 en begin 1940 hadden zij intensief contact. Von Papen wilde, na de inval van Duitsland in Polen pogen onderhandeling te starten tussen Engeland, Frankrijk en Duitsland. Hij hoopte via Visser de Nederlandse regering of koningin Wilhelmina als bemiddelaar naar voren te kunnen schuiven.
Over deze diplomatieke verwikkelingen bij het begin van de Tweede Wereldoorlog met Visser in een hoofdrol, schreef ik voor Historiek twee artikelen.
Het eerste gaat over wie Von Papen was en hoe wij hem moeten plaatsen in de context van het interbellum. Voorts over hoe dr. Visser betrokken raakte in de pogingen van Von Papen om Hitler en Von Ribbentrop, de Duitse minister van Buitenlandse Zaken, over te halen na de inval in Polen vredesonderhandelingen te starten met Engeland en Frankrijk.
Lees het eerste artikel hier.
Het twee handelt over de periode na de Tweede Wereldoorlog. Von Papen werd in Duitsland door de Geallieerden gearresteerd. Hij moest zich voor de Internationale Militaire Rechtbank in Neurenberg verantwoorden voor zijn rol voor en tijdens de oorlog. Hij zou onder meer zijn contacten met Visser en zijn pogingen om onderhandelingen van de grond te krijgen tussen het Duitse regime en de Engelsen inbrengen als ontlastende feiten. Visser werd gevraagd daarover een schriftelijke verklaring af te leggen.
Lees het tweede artikel hier.